Rating: 5 sterren
3 stemmen

 1. Opgesloten op school! deel:1

Ik was op school. Zoals bijna elke dag. mijn juf kwam heel stil binnen.

we waren een beetje bang en we moesten eigenlijk lezen maar we deden niks. iedereen was stil.

toen ........ vroeg ik: Juf? wat is er. toen ging juf naar de koffiekamer zonder iets te zeggen RAAR. ik moest naar de WC.

maar ik was veel te bang. maar ik ging toch ik ging naar de WC........ toen ik klaar was waren de lichten uitgegaan

ik was verbaast HUH? ik ging naar de klas. er was niemand in de klas. toen zag ik JUF!

1. opgesloten op school! deel:2

Juf stond stil. ik probeerde de voordeur open te doen maar het was dicht!

ik probeerde het nog een keer maar het lukte niet. 

juf ging opeens weg! ik ging voorzichtig naar de klas. ik zag me vriend hier alleen in de klas. hij vroeg aan

mij: kom je spelen. ik zij waarom. hij zij weer KOM JE SPELEN.

ik was bang geworden! ik ging naar de achterdeur maar die was wel open.

ik was buiten en ik zag opeens vijf schaduwen om me heen VREEMD! 

ik ging naar huis en de schaduwen volgden mij de hele tijd.

en toen was ik thuis niemand was thuis. en de achterdeur  was open ??????????

en ik was in mijn kamer gekomen deed de deur dicht en ...................................................................

ik kon niet meer de deur open doen 

ik hoorde: KOM JE SPELEN???

2. de slenderclown!

 

ik ben met me vriend naar een verlaten circus gegaan om onderzoek te doen voor ons project voor school.

ik ging kijken met me vriend of er nog spullen waren. toen we de circus tent binnen liepen en zagen dat er erg 

veel oude spullen waren zagen we een houten hok.

daar in zagen we een kistje liggen en daar in zat een oude brief van de SLENDERCLOWN???

en er stond op: IK ZOU NU WEG GAAN En ANDERS.............

ander wat de inkt was uitgelekt ik en me vriend waren verbaast???

we probeerde het woord te raden??

we liepen een beetje door de tent heen en we zagen opeens en CLOWSPOP!

het was drie meter lang! en het bewoog als een robot naar voren!!

en hij maakte dit geluid: BOW BOW BOW de hele tijd!

elke keer als er iemand langs kwam het ging steeds HARDER!

 

 

 

 

3. Het Skype-gesprek

Je zit voor je computer en je hebt niets te doen. Het is avond,
half zeven, maar buiten is het inktzwart. In je kamer is het al
even donker. En stil. Het enige wat je hoort, is het gezoem van
je computer en het getik van de klok aan de muur in de kamer naast de jouwe.
Je bent alleen thuis, je ouders zijn uit eten.                                                                                                                Geweldig! denk je eerst. Nu kan ik eindelijk doen waar ik zin
in heb. Maar eerlijk gezegd verveel je je. En je voelt je alleen. Je
hebt oude voetballegendes gegoogeld en een gelig filmpje bekeken van een schildpad die tegen een plastic slipper aanrijdt.
Je schrijft een paar berichtjes, maar geen van je vrienden antwoordt op de chat. Je opent Skype, maar er is niemand ingelogd.
Je neemt een slok van je fris en leunt achterover in je stoel. Kijkt op het klokje op je computer. Als die op 19.04 uur staat, probeer je je adem tot de volgende minuut in te houden, maar
lang voor het 19.05 uuris krijg je kramp in je longen en adem je
weer uit. Snuuuuuuurk. Saai.
In plaats daarvan ga je tellen. Je probeert in een minuut precies tot zestig te tellen, als er eindelijk iets gebeurt. Je schrikt je
een ongeluk als uit de luidsprekers het bekende, elektronische melodietje klinkt.
Een Skype-gesprek! Het is een onbekend nummer. Maar een beetje praten kan
toch geen kwaad? Het is absoluut leuker dan je adem inhouden. Je zetje koptelefoon op en drukt op de groene knop op het
scherm. Maar aan de andere kant is het stil. Je hoort niet eens
geruis op de achtergrond.
‘Hoi,’ zeg je voor je bedenkt dat er aan de andere kant misschien een Amerikaan of zoiets zit. Je buigt dichter naar de
microfoon van de computer.
‘Hello? Is there anybody out…there?’
Je kijkt naar het kleine cameraatje aan de bovenkant van je
scherm. Dat staat aan. Het blijft stil.
Dan hoor je een schelle, gemaakte stem, de beller praat jou
na, hij heeft een zwaar accent: ‘Is dèr ennibaddy out dèr?’ Dan
volgt er een hese lach.Iemand maakt je belachelijk.
‘Kappen,’ zeg je boos . Je wacht.
Geen antwoord, geen geruis, niets.
‘Wie ben jij?’ zeg je in de microfoon. ‘Hallo, zeg eens wat!’
Dan verschijnt er opeens een figuur in het kleine schermpje.
Maar geen gezicht. De persoon die jou belt, zit in een bijna net
zo donkere kamer als die van jou. Het beeld is korrelig, je kunt
alleen wat contouren onderscheiden, je kunt vaag zien dat er iemand zit.
Je hoort die hese lachweer. En je krijgt het benauwd.
Als je de lach weer hoort, lijkt die tegelijkertijd ver weg en dichtbij.
Je trekt je koptelefoon van je hoofd, maar je kunt de lach nog
steeds horen, harder, alsof die uit jouw eigen kamer komt.
Je hart gaat als een dolle tekeer terwijl je dichter naar het
scherm buigt, je durft je niet om te draaien. Je doet het bureaulampje naast de computer aan en plotseling gaat er ook een
lichtje aan bij degene die jou belt. Nu kun je het beter zien. Je kijkt naar een achterhoofd. Je kunt haast niet geloven wat je
ziet.  Je weigert te geloven watje ziet.
Het is jouw hoofd.Iemand staat in jouw kamer te filmen.
Je hoort snelle voetstappen in je kamer, je draait je met een ruk
om en… 

 

 

 

Schaduw wezen

Heb je, je ooit eens afgevraagd waarom je zo bang voor het donker bent? Waarom je dacht dat iets je aanraakte? Dat je aangestaard word of dat iemand in je nek staat te hijgen?

Al deze dingen gebeuren echt. Het is niet je brein die je dingen wijsmaakt. De schaduw wezens houden van menselijke angst. Ze voeden ervan. Ze bestaan alleen als je over ze denkt. En als je denkt dat je eentje in je ooghoek zag, dan staat hij al lang achter je.

Op dit moment zit er ook zo'n wezen achter me. Ik voel zijn adem over mijn schouders gaan. Door dit op te schrijven zet ik mezelf onder groot gevaar.

Er is maar één manier om van ze af te komen en dat is om te stoppen om over ze te denken. Maar dat is onmogelijk. Eenmaal in je brein betekent voor altijd in je brein.

Ik hoop alleen dat je niet de vergissing gaat maken die ik heb gemaakt. Ik heb de wezens uitgedaagd. Ik zei dat ze lafaards waren, dat ze zichzelf moesten laten zien. En dat deden ze ook.

Het wezen was fragiel van postuur. Het was voorover gebogen en armen waren gedraaid. Het keek mij aan met zijn gele ogen en liet me zijn tanden zien. Ze waren geel en verrot. Ook leken ze allemaal geslepen te zijn tot scherpe punten.

Nadat ik dit heb gezien zie ik niks anders als zijn gezicht in mijn slaap
Ik heb bij meerdere psychiaters gezeten en niks hielp. Ik type dus nu dit verhaal in de hoop dat jullie niet dezelfde vergissing maken. Ik ga nu voor een trein springen omdat het wezen me niet meer met rust laat.

 

 

 

het spook meisje

Voordat ik begin wil ik graag zeggen dat dit een waar gebeurd verhaal is.

Het was 11 uur ’s avonds en ik keek tv. Niks speciaals, gewoon wat van die survival shows. Maar na enkele minuten begon de tv te flikkeren. ‘Dat is vreemd’ dacht ik. Maar het hield op en daarom dacht ik dat het ergens bij de mast aan het stormen was.

Ik was moe en besloot te gaan slapen. Ik lag in mijn bed, het was helemaal stil. Behalve voor de verwarming die op deze koude december avond aan het werken was. Omdat ik moe was en het zo stil was viel ik zo in slaap. Maar dan word ik wakker, of nee. Word ik bruut wakker gemaakt door een hele harde gil. En deze gil was in mijn huis. Ik pakte de honkbalknuppel wat ik onder mijn bed heb liggen en liep naar waar het geluid vanaf kwam.

Ik loop voorzichtig de trap af. En met elke kraak de treden gingen de haren in mijn nek omhoog staan. Ik was volgepompt met adrenaline terwijl ik de woonkamer inkeek. En daar stond ze. Een klein meisje van maximaal 11 jaar oud. Ze was niet een van zo’n hoofd omlaag verdronken in een put geest. Integendeel zag ze er mooi uit. Ze droeg een oud kleed zo uit de 17e eeuw. En ze keek me aan met blauwen ogen.

Ik was bevroren en kon geen spier bewegen. Het meisje liep naar me toe. Terwijl ze dichterbij kwam zag ik de striemen in haar nek. Alsof ze opgehangen was. Ze raakte me aan. Dit transporteerde me terug in de tijd. Ik zag galgen, een menigte mensen en het meisje dat me hier heen bracht. Dit was een executie van een klein meisje. Plots hoorde ik een stem zeggen: ‘Anne, vanwege bewijs van diefstal word je hierbij veroordeeld tot de doodstraf. Enige laatste woorden?’ Ik hoorde voor de rest alleen maar haar gehuil. Ook de achtergrond was stil. De strop ging om haar nek en de stoel waar ze op stond werd onder haar weggetrapt. Daar hing ze, levenloos. En toen was ik terug. In mijn woonkamer. Alleen.